foto: XC-Magazine
Iedereen heeft zijn favoriete kant
Iedereen heeft zijn favoriete richting om in thermiek te draaien. Misschien ben je je dat niet zo bewust, maar één richting gaat nu eenmaal lekkerder dan de andere. Wanneer ik vroeger aan beginnende piloten vroeg wat hun favoriete bocht was, raadde ik ze tegelijkertijd aan vanaf dat moment alleen maar de andere kant op te draaien, totdat ze vergeten waren dat ze ooit een favoriete bocht hadden.
Thermieken gaat minder goed de ‘verkeerde’ kant op
Een parapentist die al behoorlijk wat jaren vliegt, vertelde me dat hij wanneer hij de ‘verkeerde’ kant op draaide, merkte dat het ook een motorische kwestie was. Hij stuiterde op en neer, viel uit de thermiek of draaide te scherp. Hij had het gewoon niet voldoende in zijn systeem zitten om die kant op te draaien. Dat kan in de praktijk betekenen dat je niet lekker omhoog komt, als je door je medevliegers gedwongen wordt de verkeerde kant op te draaien. Ook bij wedstrijden (en ook fun-wedstrijden) moet je in een gebied voor de start een bepaalde kant op draaien, die iedere dag wisselt. Maar zelfs als je nooit wedstrijden vliegt of van plan bent te vliegen levert het veel voordeel als je beide kanten beheerst.
Met veel anderen thermieken
In Nederland zal je niet gauw met heel veel parapentisten in één bel zitten, maar in de bergen komt dat vaker voor. Daar zul je je dus heel ongelukkig kunnen voelen wanneer jouw ‘verkeerde’ kant de draairichting is.
Dus: van nu af aan ga je, als je de keus hebt, eens niet gemakzuchtig doen, maar de ‘moeilijke’ kant op draaien. Je zult zien hoe snel je went en er niet meer over hoeft na te denken. Je gaat er alleen maar beter door vliegen.